Ik wil!

Ik wil vluchten, ik wil vechten,
varen en ook vliegen.
Ik wil motorrijden, ik wil reizen,
fietsen en de marathon lopen.
Ik wil dansen, ik wil springen,
vrijen en hopen.
Ik wil presteren, acquireren, stimuleren,
maar ook contempleren, reflecteren, confronteren.
Ik wil geld verdienen, met geld smijten,
verantwoorden, niet verwijten.
Ik wil snel zijn, ik wil rusten,
in actie komen en berusten.
Ik wil fietsen, ik wil zitten,
aankomen en vertrekken.
Ik wil vereren en verblijden,
begeren en bevrijden.
Ik wil een koning zijn en een handarbeider,
een tyran en een bevrijder.
Ik wil de grootste zijn,
maar soms ook heel erg klein.
Ik wil lekker eten,
ik wil enorm diëten.
Ik wil drinken, ik wil feesten,
ik wil roken, ik wil beesten.
Ik wil de beste zijn, maar soms hoeft dat ook niet,
hoog verheven dingen doen, de veroveraar van nieuw gebied.
Ik weet niet wat ik wil maar het is heel veel,
soms de som der delen, soms ook het geheel.
Soms wil ik niets, soms wil ik alles,
wil ik soms teveel, denk je dat dat het geval is?

Marcus Rolloos
Normandi&eml;, 14 Juillet 2011