Wapen

Het familiewapen heeft een directe relatie met de lakenkoperij in Gouda.

Het wapen is een zwart kruis op een zilver (wit) veld met in ieder kwartier een rode ster.

De relatie met lakenkoperij is als volgt. Veelal hadden gilden in de middeleeuwen een altaar in de kerk, dat zij onderhielden. Het altaar van het drapeniersgilde in Gouda (het gilde van de lakenkopers) was een altaar, gewijd aan het heilig kruis en dat was het symbool van de heilige maagd Maria: een zwart kruis op een zilver (=wit) veld. Daarom was dit teken ook het wapen van de Teutoonse ridders, een teken van zuiverheid. De vier sterren zijn zespuntig, net als de sterren van het wapen van Gouda dat net als Haarlem ook een belangrijke lakenstad was. Volgens een verklaring van de sterren in het wapen van Haarlem duiden deze sterren op een relatie met de zee. Een verklaring over de sterren in het wapen van Gouda vertelt echter dat de sterren symbool staan voor het zonnewiel of voor God. Beide verklaringen zijn zowel voor Haarlem als voor Gouda logisch. Beide steden waren namelijk via zee bereikbaar.

De kroon is een markiezenkroon ofwel herenkroon, die gelijk is aan die van de stad.

De lakenkopers hadden de heilige maagd Maria als beschermheilige omdat lakens in de middeleeuwse cultuur heel belangrijk waren. Lakens waren altijd van wol en alle kleding werd van wol gemaakt. Katoen bestond in Europa nog niet. Ook edelen en priesters werden dus met deze wol gekleed. Dat maakte van wollen lakens geen triviale stof maar een bijzonder goed. Wol kwam veelal uit Schotland, Wales, Engeland en Normandië, direct via zee naar Gouda, dat een directe zeeverbinding had. Op die manier is de eerste Rolloos vanuit Normandië naar Gouda gekomen.

De lakens werden op de lakenmarkt voorzien van een loden zegel om de kwaliteit (dikte) en de herkomst te waarborgen. Eeuwenlang waren leden van de familie Rolloos in Gouda, Rhenen en Leiden lid van het lakenkopersgilde of in Gouda van het drapeniersgilde (wat feitelijk hetzelfde was onder een andere naam).

Het wapen van Rollo is:

Foto van standbeeld van Rollo in Rouen (C) Marcus Rolloos
Kleine Rolloosjes bij het graf van hun verre voorvader Rollo in de kathedraal in Rouen in 2011, tijdens het 1.100-jarig bestaan van Rouen.
Middeleeuwse zegelring met het Rolloos-wapen. Aan de arcering van het kruis is duidelijk te zien dat het een zwart kruis is. (horizontale en verticale lijnen gekruisd). Ook te zien is de kroon.
auto-translate:
20 ucntc Christus is tussen hen gevestigd Bollone om trouw te zijn facramentum vloeken, en hij en zijn dochter toen de prętitulaca-donor de leiding toevoegde aan de volledige Britse ipliu Prouince-functionarissen Alan atq Berengarlo facramentum iurantibus Rollo Voor de kust, die nu Norman wordt genoemd vanwege de langdurige burgerstromen overal waar filuis Volwassenen A mes en braaksel was gezonken proppen Vlamingen in prouinciain vtex die leefden wilden dat de koning het eerst gaf, maar hij wilde niet præpaludum impeditionerecipere Rollo de voet van de koning met de co ducatui Normannie lusciperet niet willen kussen vertelde de bisschoppen dat zo’n geschenk krijgt een kus moet zijn voeten zoeken en hij zal nooit genezen knielen MCA de voet van een feit en daarom de Franken, de knieën, de gebeden van de necofculabor van zo’n 10 die, onmiddellijk, door de voet van de koning naar een van de soldaten gedreven, het pakten, en het naar de voet van de koning van de koning brachten, de kus van zijn mond en standoque dreef het door het tumult van het volk en de koning heeft daarom een ​​grote steun gemaakt Terwijl Charles King duxq Frances Roberts Comitesq edelen bisschoppen en abten ze allemaal facramentum van het geloof, Patrick Rollo leven van zijn leden en des te meer land geëerd voor zover de eigendommen en poflideret erfgenaam en door een programma van kennisgeving en trommel oude nageslacht neporum generatie nakomelingen zou & de vrouwen aan wie hij nobel aan het eind Rexlætus doorgeeft volgens hun eigen regrcditur & Rollo, samen met Robert de hertog en naar de van Rouen, de stad van een maenad, en gingen naar dat jaar, het woord vleesgemaakt g12 werd gedoopt, Rollo, en de kapitein van zijn gastheer, en dat de eerbiedwaardige begaan van de ecclesiis het deel van de heilige die hij de heilige had gegeven, de heilige die hij het land had gegeven, het was de heilige die hij het land had gegeven, het was zijn provincie. Dionisio Areopagita 618 WILHELM GE MITICENSIS
Rollo wilde niet bukken voor de Franse koning…

In de 18e eeuw:

Ook een enkel aardig verhaal: Zo zou Jan Thijs Rolloos op 25 maart 1762 bij de doop van zijn zoon Thijs ruzie gemaakt hebben met de dominee omdat die Thijs weigerde als doopnaam. De dominee smeet tenslotte een handvol water op het kind onder de woorden “Nou Thijs dan”.